Wie tijdelijk werkloos wordt, blijft in dienst maar voert door omstandigheden minder of geen arbeidsprestaties uit. Voor de dagen of periode dat je tijdelijk werkloos wordt gesteld door je werkgever en niet werkt, ontvang je een uitkering. Er zijn verschillende vormen van tijdelijke werkloosheid. De meest voorkomende vormen zijn:
  • Economische redenen: daling van de klanten, bestellingen, omzet, productie, ... Door deze daling is het niet mogelijk de normale dienstverlening te behouden.
  • (Medische) Overmacht: doet zich voor wanneer de werkgever geconfronteerd wordt met iets onverwachts waar hij niet aan kan doen.
  • Slecht weer (enkel voor arbeiders): omwille van regen, vorst of hitte kan het werk niet worden uitgeoefend
  • Collectieve sluiting jaarlijkse vakantie of inhaalrust: je werkgever sluit maar je hebt niet voldoende verlofdagen om deze periode te overbruggen
Je ontvangt van je werkgever een genummerde controlekaart C3.2A. Die moet je gebruiken vanaf de eerste effectieve werkloosheidsdag tot het einde van die maand. Lees aandachtig de instructies die op de kaart staan. Je moet deze kaart kunnen voorleggen aan de sociaal inspecteur wanneer die erom vraagt.

Op het einde van de maand breng je deze controlekaart ondertekend binnen bij het dichtstbijzijnde ABVV kantoor.

Vanaf 1 september 2023 kan iedereen in tijdelijke werkloosheid gebruik maken van de elektronische controlekaart eC3.2. Voorwaarde is wel dat je werkgever hiermee instemt.

Bekijk de video voor meer informatie over de elektronische controlekaart.
Ben je tijdelijk werkloos, dan ontvang je 60% van je loon ongeacht je gezinstoestand. Het bruto-maximumloon waarop dit bedrag wordt berekend is 3.299,11 EUR. Op je uitkering wordt een bedrijfsvoorheffing van 26,75 % ingehouden.
In de meeste gevallen betaalt je werkgever (of Fonds voor Bestaanszekerheid) je ook een extra vergoeding van 5 EUR/dag tijdelijke werkloosheid.

Ben je tijdelijk werkloos wegens (medische) overmacht? Dan ontvang je 65% van je loon. Je werkgever is in dit geval niet verplicht de extra vergoeding van 5 EUR/dag te betalen.

De uitbetaling van een uitkering tijdelijke werkloosheid gebeurt steeds in het begin van de maand die volgt op de maand waarin je werkloos was.

Tip: volg de stand van je dossier zelf op via Mijn ABVV.
Contacteer je lokale ABVV kantoor en wij starten een dossier voor je op.

Ben je nog geen lid? Registreer je dan hier online.

Heb je de laatste 3 jaar nog tijdelijke werkloosheid gehad bij dezelfde werkgever, en is er niets veranderd in je persoonlijke toestand of het aantal uren dat je werkt per week? Dan hoef je geen nieuwe aanvraag te doen.

Ben je ouder dan 65 jaar en ontvang je een pensioen? Dan heb je geen recht op uitkeringen tijdelijke werkloosheid.
Heb je een bijberoep of nevenactiviteit? Heb je andere inkomsten? Werk je nog bij een tweede werkgever? Dan moet je dat ook aangeven. Opgelet, dit kan een invloed hebben op je recht op uitkeringen. Contacteer daarom zeker je ABVV kantoor.
Van zodra je meer dan 3 maanden voltijds werkloos bent, moet je je inschrijven als werkzoekende bij de VDAB of Actiris (als je in Brussel woont). Werk je meer dan 2 weken ononderbroken, dan stopt de periode van 3 maanden.

Je kan dan opgeroepen worden en werkvoorstellen krijgen. Net als bij gewone werkloosheid moet je hieraan meewerken.
Privacy verklaring